Gemeentehuis Leiderdorp

Met dit kleurrijk, functioneel en energiebesparend ontwerp is invulling gegeven aan de wensen en ambities van de gemeente Leiderdorp.

Het personeel parkeert op het dak via een hellingbaan die is opgenomen in de naastgelegen groen begroeide loods voor Gemeentewerken. Hierdoor ontstond meer ruimte op het maaiveld en kon een atriumgebouw in twee lagen worden ontworpen. Vanuit het levendige binnenplein zijn alle diensten bereikbaar. Zowel de bezoekers als de mensen die in het gemeentehuis werken staan via dit plein met elkaar in verbinding. 's Avonds worden het atrium, de raadzaal, het restaurant en het vergadercentrum ook voor andere activiteiten gebruikt.

Het gemeentehuis is naar het ontwerp van VVKH architecten geheel ingericht volgens het principe van het Nieuwe Werken. Tijdens de ontwerpfase is duurzaamheid integraal benaderd. Dit heeft geleid tot een GPR-score van 8,8 waardoor het gebouw tot de meest duurzame gemeentehuizen van Nederland behoort. Ondergrondse warmte- en koude opslag, betonkernactivering en het gebruik van Wingvloeren met een overspanning van 14,4 m vormen de basis voor het milieuvriendelijke ontwerp.

 

fotografie: Roos Aldershoff ©

Status gerealiseerd 2009
Architecten Joost de Haan
Medewerkers Mark Verdoold
Opdrachtgever(s) Dura Vermeer, gemeente Leiderdorp
Gerelateerd

Huis van Hilde ligt aan de duinrand, op de toeristische route tussen station Castricum en de duinen. Het gebouw is in januari 2015 geopend en combineert een depot- met een museumfunctie.  Het archeologisch centrum is vernoemd naar Hilde, een vrouw uit de vierde eeuw na Christus en gevonden in 1995 bij een opgraving in Castricum.  

Huis van Hilde is gerealiseerd in opdracht van de Provincie Noord-Holland. Elke Nederlandse provincie is verantwoordelijk voor het in stand houden en tentoonstellen van archeologische vondsten binnen haar grenzen. Het oude depot van Noord-Holland in Wormer werd te klein, het klimaat was slecht beheersbaar  en het was slechts in beperkte mate toegankelijk voor bezoekers.  Het gebouw op de Zanderij in Castricum biedt voldoende ruimte voor beheer en het tentoonstellen van archeologische vondsten en collecties.

Huis van Hilde heeft een vloeroppervlak van 4.480 m2 en is onderverdeeld in een paviljoen en een ondergronds depot. Het gebouw is ontworpen vanuit het omringende landschap. Het ontwerp refereert aan een nollenlandschap; een duinlandschap dat veel ouder is dan de huidige stuifzandduinen en op verschillende plaatsen in Noord-Holland nog kan worden gevonden.

In het bovengrondse, langgerekte paviljoen zijn aan de ene kant de hoofdingang, met balie en museumwinkel , alsmede een ruimte voor tijdelijke exposities, garderobe en toiletten gesitueerd en aan de andere kant de kantoren van de medewerkers. Op de eerste verdieping bevinden zich een kleinschalig restaurant met terras (op het depot) en auditorium. De langgerekte vorm en het 70 meter lange dak van het gebouw verwijzen naar de vroegmiddeleeuwse boerderijen, zoals die in de omgeving hebben gestaan. De gebogen dakconstructie is afgewerkt met CorTenstalen beplating als een verwijzing naar rietgedekte boerderijen. De grote overstekken van het dak beschermen het interieur tegen direct invallend zonlicht, wat de toepassing van grote glasvlakken toestaat. De gevel is afgewerkt met natuursteen uit Marokko, met fossiele pijlstaartinktvissen erin, een verwijzing naar de archeologische functie van het gebouw. Deze steen komt ook weer terug in het interieur.

Het depot is circa 2.200 m2 groot en verdeeld in diverse archiefruimten en de centraal gelegen tentoonstellingsruimte. Het heuvelachtige nollenlandschap is als het ware over het depot heen getrokken. Door een meter zand op dit deel van het gebouw te leggen wordt op passieve wijze een stabiel klimaat bereikt en zijn maar beperkt installaties nodig om de temperatuur en luchtvochtigheid in het depot constant te houden. Door tijdens ontwerp en uitvoering sterk in te zetten op duurzaamheid heeft Huis van Hilde een gemiddelde score van 8,6 op het duurzaamheidslabel GPR. Daarnaast heeft het integreren van gebouwdelen in het landschap zeker ook een symbolische waarde: de beste plek om archeologisch schatten te bewaren is in de grond. 

Een voormalige showroom voor auto’s is geheel verbouwd en geschikt gemaakt voor de Regionale Ambulance Voorziening.  Aan de zijde van de Vondellaan heeft de RAV een eigen gezicht gekregen door hier een klein museum voor antieke ambulances in te richten, aangevuld met een informatie- en presentatieruimte op de verdieping. Achter het museum ligt de ambulance-remise, gescheiden van het museum door een transparante wand. In de remise is alles gericht op een zo snel mogelijke uitruk zonder verstoringen, met een geheel eigen, gesloten routing. Het bestaande pand is met 2 verdiepingen uitgebreid. Hier bevinden zich de kantoren en een hightech opleidingscentrum. Deze ruimtes richten zich, samen met de uitrukdienst op de begane grond, op het spoor. Ook de spoorzijde, waar dagelijks vele reizigers zicht hebben op het gebouw, is als voorkant behandeld. Om glasbewassing mogelijk te maken is de nieuwbouw rondom voorzien van balkons. Door deze telkens subtiel verdraaid aan te brengen spelen zij samen met de geïntegreerde aluminium buitenzonwering een rol in het beperken van de warmteontwikkeling door zoninstraling.

 

fotografie: Roos Aldershoff ©

In juni 2011 hebben de medewerkers van Achmea hun intrek genomen in het nieuwe hoofdkantoor (voor regio Zuidwest Nederland) aan de Dellaertweg in Leiden. Het Achmeagebouw (32.000m2) is enig in zijn soort. Het gebouw staat ingeklemd op een langgerekte kavel tussen het spoor en de wegen/tunnel van het stationsgebied. Vanwege de grote hoeveelheid leidingen die in de grond moesten blijven liggen is het gebouw opgetild. Het gebouw staat op slank vormgegeven kolomconstructies, die doen denken aan de vorm van een boom. De gevels zijn voorzien van gele, rode en blauwe panelen, als tegenwicht tegen de verder grijze kantooromgeving. Met de kleuren wordt verwezen naar Theo van Doesburg die in de jaren ‘20 van de vorige eeuw in Leiden kunstbeweging de Stijl oprichtte.Onder de grond bevindt zich een tweelaagse, openbare parkeergarage ten behoeve van 340 auto’s.

De ondergrondse parkeergarage aan de Garenmarkt in Leiden is in samenwerking tussen de gemeente Leiden, Dura Vermeer Besix en studio VVKH gerealiseerd. 
De Garenmarkt was sinds jaar en dag een kaal parkeerplein zonder goede pleinwanden. Een aantal jaar geleden is door de gemeente een project opgestart om van de Garenmarkt een aantrekkelijke entree voor de binnenstad te maken, met moderne en comfortabele parkeervoorzieningen. Samen met diverse ontwikkelaars hebben we de mogelijkheden onderzocht voor de realisatie van een parkeergarage onder de Garenmarkt, al dan niet met bovengrondse bebouwing met woningen en winkels. Ook het belang van de evenementenfunctie van het plein is hierin meegenomen.

De Garenmarkt parkeergarage die begin 2020 is gerealiseerd heeft 5 parkeerlagen voor 425 auto’s en een bovengronds entreepaviljoen. 
De positionering van het entreepaviljoen herstelt de historische contouren van de oorspronkelijke bebouwing en begrenst het plein. Het plein is door de gemeente Leiden ontworpen en ingericht als groen stadplein en kan worden gebruikt voor evenementen. De parkeergarage krijgt veel daglicht tot diep onder de grond en heeft open en heldere parkeervloeren, geavanceerde lichtlijnen en een kleurrijke, hoogwaardige afwerking. Op iedere verdieping is een kunstwerk, een grafische illustratie van Hakijk aangebracht, met voor Leiden kenmerkende thema’s, zoals Leidse straatjes, grachten en oevers, feesten en festivals en monumenten en musea. De parkeergarage en het plein zijn uitnodigend en werken letterlijk als een rode loper voor het bezoekend publiek. Parkeren is hier een deel van de beleving van een bezoek aan Leiden geworden.