Jazzsingelschool, basisschool en bso, Utrecht

De nieuwe basisschool aan de Jazzsingel in de Utrechtse wijk Terwijde is in augustus 2014 in gebruik genomen. Het gebouw is in opdracht van de Katholieke Scholenstichting Utrecht ontworpen en ligt centraal in een park, midden in de nieuwe woonwijk. In het gebouw wordt primair onderwijs geboden aan 12 groepen. Op de begane grond is tevens een BSO ondergebracht. De lokalen zijn georganiseerd rondom een ellipsvormig, centraal gelegen speellokaal; de ruimte voor beweging, muziek en dans. Op de verdieping zijn tussen de lokalen en het hart werkplekjes gecreëerd voor individueel leren. Het gebouw wordt tevens ingezet voor allerlei activiteiten in de buurt.

Door de verspringingen in de zijgevel heeft elk lokaal zicht op het park. Het gebouw heeft een stedelijk karakter richting de singel, maar is transparant en toegankelijk richting het park. Op het ovalen speelplein in het park kunnen de kinderen spelen.

Het gebouw voldoet aan de eisen van de richtlijn 'frisse scholen, klasse B'. 

Status gerealiseerd 2013
Architecten Gerrit-Jan van Rijswijk
Medewerkers Mark Verdoold, Thomas Gillet
Opdrachtgever(s) Katholieke Scholen Stichting, Utrecht
Gerelateerd

In 2007 heeft ons bureau deelgenomen aan een ontwerpwedstrijd voor een onderwijsgebouw van 2.250 m2 in Dalfsen.

Het gebouw kent drie gebruikersgroepen; kleuters, primair onderwijs en voortgezet onderwijs. De gebruikers zijn ondergebracht in aparte compartimenten met elk hun eigen, herkenbare entree, 2 compartimenten ten behoeve van primair onderwijs en 1 compartiment ten behoeve van voortgezet onderwijs. Het is een transparant en open gebouw, waarin kinderen elkaar kunnen stimuleren. Het onderwijs geschiedt in lokalen, maar ook zelfstandig of in kleine groepjes in studiehoekjes. Het ruimtelijke concept gaat uit van de ontplooiing van de kinderen. Bij de kleuters zijn de ruimten beschermend, prikkelarm, naarmate de kinderen ouder worden wordt het gebouw meer driedimensionaal, uitdagender en transparanter. In het hart van het gebouw verbindt een tribune de begane grond met de verdieping. De materialisering is warm, het energieconcept uiterst zuinig. In het ontwerp is rekening gehouden met een gewijzigde functie in de toekomst. Het gebouw is flexibel van opzet en kan op eenvoudige wijze geschikt worden gemaakt voor woningbouw.

De school 'VIA Kampen' is een samenwerking van het Almere College en het Ichthus College, waar ook de afdeling Praktijkonderwijs deel van uitmaakt. De school is gelegen op een terrein aan de rand van Kampen langs de N50 en biedt huisvesting aan circa 900 leerlingen.

Geluidscontouren hebben mede de vorm van het gebouw bepaald; het gebouw is open naar de weg (N50), opvallend naar de stad en bescheiden naar de naburige woonwijk. Hoge glazen puien geven inkijk in de vele activiteiten die de school rijk is. 

In het gebouw aan de Flevoweg zijn naast onderwijsfuncties, kantoren, spreekruimten en drie gymzalen (1.450 m2) ondergebracht. De gymzalen liggen in een uitkragend volume boven de hoofdentree, waar ook de sportvelden zijn gelegen.

Bij het ontwerpen van de school is contextrijk leren steeds het uitgangspunt geweest. Theorie en praktijk staan in een directe relatie met elkaar, ook visueel. Op de begane grond is een omgeving ontworpen waarin leerlingen elkaar bezig zien en elkaar kunnen inspireren met uiteenlopende praktijkonderdelen. Hier zijn de werkplaatsen van de diverse sectoren (Techniek, Economie, Science, Zorg en Welzijn en Groen) gelegen. Op de eerste verdieping zijn rondom de hal studielandschappen (klaslokalen) gesitueerd. In de voorbouw bevinden zich, naast de sportvoorzieningen, de kantoren en spreekkamers van het ondersteunende personeel. 

 

In 2014 is in het kader van de Herijkingsagenda van de TU Delft de huisvesting voor het TU Delft Process Technology Institute gerealiseerd. In deze nieuwe organisatie zijn diverse leerstoelen binnen de afdelingen van zowel de faculteit 3mE als de faculteit TNW ondergebracht.  De huisvesting is gerealiseerd binnen de bestaande hal 3 van de faculteit 3mE, een grote industriële hal met sheddaken, en in de aangrenzende kantoorvleugel en een recente uitbreiding aan de Leeghwaterstraat. De totale herinrichting beslaat ca. 3600 m2; circa 2.800 m2 labruimtes, 400 m2 kantoor- en vergaderruimtes, 120 m2 studie- en onderwijsruimtes, en 280 m2 algemene voorzieningen.

In de nieuwe huisvesting profileert het TU Delft Process Technology Institute zich op het gebied van 3 toepassingsgebieden rondom procestechnologie en stromingsleer. Het onderzoek binnen deze gebieden heeft veelal een duurzame kant: het gaat bijvoorbeeld om energiezuinige productieprocessen, afvalverwerking, waterzuivering, en alternatieven voor schaarse grondstoffen. Onderwerpen die niet alleen belangrijk zijn voor de industrie, maar voor de hele samenleving. In de loop der jaren had de organisatie op verschillende plekken binnen de TU een scala aan proefopstellingen verzameld, waarvan eerst uitgezocht moest worden welke nog relevant, toekomstbestendig, veelbelovend, of vergeten en mislukt waren. Een bijzonder complexe puzzel, waarbij de nieuwe huisvesting ook nog eens ruimte moet bieden voor de experimenten van de toekomst. Met een heldere organisatie van ruimtes en installatietechniek, met oog voor brandveiligheid, en met veel geduld is de hele operatie tot een succes gebracht.  De nieuwe huisvesting bevordert de samenwerking tussen de betrokken afdelingen, en zorgt ervoor dat het onderzoek ook zichtbaar is voor de hele gemeenschap. De verschillende afdelingen maken gebruik van gedeelde onderzoeksfaciliteiten, een gemeenschappelijk macrolab, waar grote proefopstellingen kunnen worden gebouwd, om de haalbaarheid van industriële toepassingen te testen. Kantoor- en vergaderruimtes zijn geclusterd in de aangrenzende vleugels, die een directe relatie hebben met de onderzoeksruimte. Hier hebben de afdelingen hun eigen werkplekconcept gerealiseerd. Ook is er een aantal studentenwerkplekken gecreëerd binnen de labomgeving, het zogeheten ‘kraaiennest’.

De bouwkundige ingrepen zijn ruim binnen het gestelde budget gerealiseerd. De bijzondere ruimtelijkheid van de oorspronkelijke industriehal geeft het plan extra waarde. Bij verbouwingen binnen een bestaand complex blijkt de impact van het aanpassen van de installaties niet te onderschatten, zowel ruimtelijk als financieel. Dat geldt zeker voor een labomgeving als deze. Veel aandacht is daarom uitgegaan naar het integreren van de installaties in het bouwkundig ontwerp.

Het instituut heeft met de nieuwe huisvesting een herkenbare, transparante en bovenal doelmatige leer- en werkomgeving gekregen. Het gebouw draagt bij aan de aantrekkingskracht van het instituut op studenten. In het nieuwe instituut werken ca. 80 medewerkers en 35 studenten. Daarnaast zijn ca. 100 PhD studenten werkzaam binnen het instituut. 

De nieuwe faculteit van de Technische Universiteit Delft "OCP" herbergt de studierichtingen Werktuigbouwkunde, Maritieme Techniek en Industrieel Ontwerpen. Terwijl de genoemde afdelingen in gebruik bleven, moest een intensieve verbouwing worden doorgevoerd om te komen tot een hedendaags, logisch en efficiënt functionerend universiteitsgebouw. Essentieel onderdeel van deze opgave was het realiseren van een herkenbaar eigen gebouw voor de faculteit "Industrieel Ontwerpen" op de bestaande locatie, met een positieve uitstraling naar de TU-wijk. Het interieur was integraal onderdeel van het ontwerp. Een zebrapad voert dwars door de inspirerende hal van de entreebalie naar het hoofdtrappenhuis.
Het project is uitgevoerd in samenwerking met LIAG architekten en bouwadviseurs.