Portiersloge Rhijnhof

Sinds mei 2014 kunnen bezoekers van begraafplaats Rhijnhof terecht in het nieuwe koffie/theehuis bij de ingang van het terrein. Naast wachtruimte, cafetaria heeft het gebouw een vergaderruimte, een informatiedesk en sanitaire voorzieningen. Het gebouw is subtiel op de locatie ingepast. Van binnenuit heeft men zicht op de begraafplaats. Aan de zuidkant is een terras gesitueerd, dat wordt begrensd door een bestaande pergola. De dakrand refereert aan het naastgelegen poortgebouw (ook door VVKH ontworpen). De gevel is gemaakt van een speciaal geëxtrudeerd aluminium profiel met een bijzondere coating. De inrichting is integraal in het ontwerp meegenomen.

Status gerealiseerd 2014
Architecten Ronald Knappers
Medewerkers Mark Verdoold
Gerelateerd

Een voormalige showroom voor auto’s is geheel verbouwd en geschikt gemaakt voor de Regionale Ambulance Voorziening.  Aan de zijde van de Vondellaan heeft de RAV een eigen gezicht gekregen door hier een klein museum voor antieke ambulances in te richten, aangevuld met een informatie- en presentatieruimte op de verdieping. Achter het museum ligt de ambulance-remise, gescheiden van het museum door een transparante wand. In de remise is alles gericht op een zo snel mogelijke uitruk zonder verstoringen, met een geheel eigen, gesloten routing. Het bestaande pand is met 2 verdiepingen uitgebreid. Hier bevinden zich de kantoren en een hightech opleidingscentrum. Deze ruimtes richten zich, samen met de uitrukdienst op de begane grond, op het spoor. Ook de spoorzijde, waar dagelijks vele reizigers zicht hebben op het gebouw, is als voorkant behandeld. Om glasbewassing mogelijk te maken is de nieuwbouw rondom voorzien van balkons. Door deze telkens subtiel verdraaid aan te brengen spelen zij samen met de geïntegreerde aluminium buitenzonwering een rol in het beperken van de warmteontwikkeling door zoninstraling.

 

fotografie: Roos Aldershoff ©

Studio VVKH heeft in samenwerking met aannemer Goldbeck een bovengrondse parkeergarage met 430 parkeerplaatsen in het Leidse Bio Science Park gerealiseerd.

De hoofddraagconstructie bestaat uit een standaard parkeersysteem van Goldbeck, dat bestaat uit een slanke demontabele staalconstructie. De profielen zijn zelf ontwikkeld, en daardoor uiterst economisch. Door de beperking van materiaalgebruik en doordat alles geprefabriceerd wordt en per trein aangevoerd is het een uiterst duurzame constructie. Bovendien is de complete prefab hoofddraagconstructie van de garage demontabel en dus circulair.

Het gebouw is geplaatst in een landschap van kruiden en grassen. De robuuste ruwe plint van baksteenpuin in schanskorven is begroeid, en wordt zo onderdeel van het landschap. De lichte bovenwereld is gerealiseerd met geanodiseerde aluminium lamellen die haaks op de gevel zijn gemonteerd. Haaks gezien is de gevel plezierig transparant waardoor de parkerende bezoeker zich veilig voelt. Op de platte zijden van de lamellen is met een zeefdruk techniek een afbeelding van een Hollands landschap aangebracht. Die afbeelding bestaat uit een rietkraag, waarin soms een vosje of een konijn zit, of waaruit soms een roerdomp of een andere vogel opvliegt. De geprinte afbeelding zie je niet wanneer je de gevel haaks aanschouwt, maar als je de gevel overhoeks bekijkt dan sluit hij zich en verschijnt als een verrassing een omgekeerd “panorama Mesdag”.

De garage is zodanig ontworpen dat de garage aan één zijde uitgebreid kan worden. Op het dak van de garage is een landschap gemaakt met PV panelen en uitbundig groen.

 

Aan de oostzijde van Enschede, aan de rand van het centrum ligt het grote wijkwinkelcentrum Miro. Het voormalige winkelcentrum was sterk verouderd en is gefaseerd vervangen door nieuwbouw. Door gefaseerd te slopen en te bouwen konden alle winkels open blijven. De herontwikkeling is april 2014 afgerond.

Het gebouw is compact en duurzaam ontworpen en zorgvuldig in de bestaande situatie ingepast. De gebouwvorm, een komma, zorgt voor goede zichtijnen. Het merendeel van de gevel is van glas. Alle huurders zijn zowel vanaf de promenade als de weg goed zichtbaar. De luifel is sfeervol en fungeert als droogloop bij slecht weer. Reclame is integraal in het ontwerp meegenomen. Onder het spiegelende luifelplafond bevindt zich een gebogen glazen scherm ten behoeve van lichtreclames.

De bestaande ecologische zone aan de oostzijde van het winkelcentrum loopt vloeiend door in het gras-kruidendak van het gebouw. Het groene dak heeft niet alleen een ecologische, maar tevens een warmtedempende functie, waardoor het binnenklimaat ook bij zomerse temperaturen aangenaam is. De daklijn wordt 's avonds geaccentueerd met een ledlijn. Daar waar het dak naar de grond komt wordt de metalen dakrand dikker en is deze geperforeerd met een vlinderpatroon.

De winkelgalerij eindigt aan de oostzijde in een atrium met onder andere een Albert Heijn XL. Het dak van het atrium is voorzien van zonnepanelen, die stroom leveren aan de supermarkt. In de zomer biedt het dak extra natuurlijke ventilatie. Restwarmte wordt hergebruikt om energiekosten laag te houden. Voor de waterhuishouding is eveneens gezocht naar een duurzame oplossing; wateroverlast wordt voorkomen door regenwater binnen het perceel te bufferen, zowel in de waterbergende constructie van het groene dak als in de waterbergende laag van het parkeerterrein.

De openbare ruimte is hoogwaardig ingericht. Parkeren is gratis, direct voor de deur van de winkels.

In juni 2011 hebben de medewerkers van Achmea hun intrek genomen in het nieuwe hoofdkantoor (voor regio Zuidwest Nederland) aan de Dellaertweg in Leiden. Het Achmeagebouw (32.000m2) is enig in zijn soort. Het gebouw staat ingeklemd op een langgerekte kavel tussen het spoor en de wegen/tunnel van het stationsgebied. Vanwege de grote hoeveelheid leidingen die in de grond moesten blijven liggen is het gebouw opgetild. Het gebouw staat op slank vormgegeven kolomconstructies, die doen denken aan de vorm van een boom. De gevels zijn voorzien van gele, rode en blauwe panelen, als tegenwicht tegen de verder grijze kantooromgeving. Met de kleuren wordt verwezen naar Theo van Doesburg die in de jaren ‘20 van de vorige eeuw in Leiden kunstbeweging de Stijl oprichtte.Onder de grond bevindt zich een tweelaagse, openbare parkeergarage ten behoeve van 340 auto’s.