Restauratie en uitbreiding woonhuis

Het woonhuis uit het begin van de 20e eeuw was oorspronkelijk de dienstwoning van het naastgelegen hoofdhuis “Malgre tout”. Hoofdhuis en dienstwoning worden gezien als voorbeeld van de ontwikkeling van buitenplaatsen in de gemeente. Als ensemble zijn de gebouwen en de omliggende tuinen van grote cultuurhistorische waarde. Het ensemble heeft de status Rijksmonument. De zorgvuldig gedetailleerde woning is opgetrokken in rode baksteen onder een rietgedekt wolfsdak. De dienstwoning omvatte oorspronkelijk een garage, paardenstallen en een woning voor de chauffeur.

In 2018 is een ontwerp gemaakt voor restauratie en modernisering van de dienstwoning en uitbreiding met een moderne uitbouw. In de uitbouw wordt een grote woonkamer en keuken gerealiseerd. Aan de uitbouw komt een veranda. Woonkamer en veranda bieden uitzicht op een prachtige Hortensia tuin. De uitbouw is aan de zijde van de tuin helemaal transparant. Aan de andere zijde wordt de uitbouw omarmd door een opengewerkt gemetselde muur. Naar de randen toe wordt de muur transparanter. Door de toepassing van een warmtepomp installatie met een bron, hoogwaardige isolatie, en door het dak van de uitbouw volledig vol te leggen met zonnepanelen is de dienstwoning straks volledig energie neutraal.

Status gerealiseerd 2021
Architecten Gerrit-Jan van Rijswijk
Opdrachtgever(s) particulier
Gerelateerd

Het plezier van wonen: ‘MIJN STEK’ in Haarlem

De Amsterdamse buurt is van oorsprong een arbeidersbuurt, met lage bebouwing en een hoge woningdichtheid, gebouwd rond 1900. De mensen die hier wonen voelen zich verbonden met de omgeving. De woningen zijn destijds ontworpen in een eenvoudige, maar verzorgde rode baksteenarchitectuur in een herkenbare stijl. De wijk is door de jaren heen echter ingrijpend veranderd. De karakteristieke kleine woningen ondergingen een vernieuwingsslag; veel woningen werden daarbij uitgerust met (te) grote dakkapellen. Ook werd her en der vervangende nieuwbouw gerealiseerd, die veelal detoneert. De kenmerkende karakteristieken van de Amsterdamse buurt werden bij elke ingreep minder zichtbaar.

De nieuwbouw van ‘MIJN STEK’ vormt een ensemble met de oorspronkelijke bebouwing. Het project staat in de traditie van het werk van de Haarlemse architect van Loghem, met zijn ritmiek, gebruik van baksteen en detaillering. Met dit plan heeft de wijk een hart gekregen, dat vernieuwend en tegelijkertijd vertrouwd aanvoelt.

Na sloop van 29 eengezinswoningen zijn aan het Drilsmaplein en de Dr. Schaepmanstraat 40 nieuwe huurwoningen (‘MIJN STEK’)  teruggekomen;  2 kleinschalige appartementengebouwen met 30 appartementen (zowel vrije sector als sociale huur) en 10 eengezinswoningen (vrije sector). De nieuwbouwplannen zijn in opdracht van woningcorporatie Elan Wonen gerealiseerd. De woningen zijn zorgvuldig ingepast in het bestaande stedelijk weefsel. De grootste ingreep waren de relatief omvangrijke appartementengebouwen, die dankzij een setback op de 2e verdieping goed aansluiten op de bestaande bebouwing. Er is veel aandacht besteed aan het open en levendig maken van de begane grond verdieping. Men woont aan de straat. Met omvangrijke balkons en ramen die als grote ogen op het Drilsmaplein kijken en de verzorgde baksteenarchitectuur wordt de centrale functie van het plein versterkt. De appartementen zijn levensloopbestendig ontworpen.

De eengezinswoningen zijn volgens de ‘spaarhuis’ methode van Slokker Innovate gebouwd.  

MIJN STEK was 1 van de 10 genomineerde projecten voor de Lieven de Keypenning 2017. 

 

In nauwe samenspraak met de gemeente Leiden heeft VVKH een stedenbouwkundig plan gemaakt voor de herontwikkeling van een tweetal kantoorgebouwen aan de Verbeekstraat in Leiden. Wat nu een versteende omgeving is waarin de auto domineert moet straks een bruisende, groene en mensvriendelijke woonwijk worden. In lijn met de hoogbouwvisie van de gemeente wordt langs de Plesmanlaan een aantal volumes toegevoegd die een nieuw stadsaanzicht vormen langs deze toegangsweg van de stad. Samen met de ontwikkelingen op de Bio Science Campus aan de overzijde van de weg ontstaat hier een nieuw en innovatief stadsdeel.

Stedenbouwkundige en architectonische inpassing “Vomar”locatie, hoek Abraham van Rooijenstraat en Maarten Kruijtstraat te Noordwijk

Stedenbouwkundig waren de contouren en de hoogte van het bouwplan bepaald door de gemeente Noordwijk. Met het plan worden de straten Abraham van Rooijenstraat en Maarten Kruijtstraat duidelijk gedefinieerd, aansluitend op de bestaande straatprofielen. Ook de Gasthuissteeg krijgt met dit bouwplan een duidelijke  begrenzing. 

De hoofdmassa kent een tussenschaal tussen twee werelden die in de omgeving aanwezig zijn. Aan de ene kant is er de kleinschaligere dorpsbebouwing van de Hoofdstraat en aan de andere kant de grootschalige hotelbebouwing. De massa van het nieuw te bouwen bouwblok is 3 lagen hoog plus een kapverdieping. Het wordt geleed in een aantal volumes, waarmee de schaal van het bouwblok verzacht wordt. Door verschillende kleuren metselwerk en dakbeëindigingen worden deze volumes verzelfstandigd. Met een spel van ritme van balkons, ramen, banden, daklijsten en een groen-koperkleurig dak voegt het gebouw zich goed in de badplaatsarchitectuur van de omgeving. De massa aan de Gasthuissteeg is 2 lagen hoog. Het heeft een groene gevel met raamopeningen. Aan de noordzijde van het plan wordt de bestaande brandgang dichtgezet en sluit de bebouwing direct op het naastliggend perceel.

Het plan is vooral duurzaam te noemen vanwege het driedubbel grondgebruik. Het bouwblok kent een ondergrondse verdieping, daarbovenop een winkel laag, daarboven een parkeerdek voor de woningen en een 42 tal woningen.

De Abraham van Rooijenstraat is een belangrijke ontsluitingsweg. Vandaar dat vooral functies als de inrit van de ondergrondse parkeergarage, de inrit van het parkeerdek op de 1e laag voor de woningen, en de entree van de expeditie hier gemaakt zijn. De Kruisstraat wordt meer verkeerluw. Dit wordt de wereld van het winkelen zoals dat is bij de Hoofdstraat. Hier komen de winkelfuncties te liggen, die via twee duidelijke entrees op de hoeken worden ontsloten. Vanuit de Hoofdstraat en vanuit de Grent zijn deze entrees duidelijk zichtbaar.

Aan de noordzijde bevindt zich de entree van de woningen. Het bestaande laad- en loshof waar zich ook andere woningontsluitingen bevinden krijgt hiermee een kwaliteitsimpuls. De galerijgevel, niet of nauwelijks zichtbaar vanaf de openbare ruimte is als een veranda wereld bedacht. Het is een lichte wereld van geschilderd hout.

Tussen de Lucebertstraat en de Toussaintkade is het appartementengebouw de Verleyding verrezen. Het gebouw bestaat uit 112 huurappartementen voor werkende jongeren tussen de 18 en 35 jaar.  De woningen zijn geschikt voor 1- of 2-persoonshuishoudens en hebben een oppervlakte van circa 30 m2 (1-kamerappartement) en 45 m2 (2-kamerappartement).

Het project is ontwikkeld en gebouwd door respectievelijk ten Brinke Vastgoedontwikkeling en ten Brinke Bouw en is na realisatie in eigendom overgegaan naar SHWJ. Het ontwerp van de woningen is geheel afgestemd op de wensen en eisen van SHWJ.  

Het gebouw is 12 verdiepingen hoog en is een herkenningspunt in Leiden. Het terrein wordt begrensd door het spoor, een waterpartij en een klein park. Aan de parkzijde staat het gebouw op poten. Aan de onderdoorgang zijn de hoofdentree en lift gesitueerd. In combinatie met de corridorontsluiting is hierdoor een efficiёnte plattegrond ontstaan, met 10 woningen per laag.  De bovengelegen woningen hebben prachtig uitzicht over de stad. Door de grote raamopeningen kan hier optimaal van worden genoten. Op maaiveld hebben de woningen een eigen tuintje.  Via een brug kunnen de bewoners het water oversteken richting park. Parkeren vindt plaats op eigen terrein. De hoofdmassa is opgetrokken in een ritme van kaders van oranje baksteen. De grote kaders zorgen ervoor dat het gebouw minder massaal oogt en zich goed voegt in de buurt. De dakbeёindiging refereert aan de naastgelegen woningen, deze is afgewerkt met aluminium losagnes.