Samen met restauratieaannemer Burgy uit Leiden is het achterhuis, het tuinhuis van de woning aan de Garenmarkt 9/9a geheel gerestaureerd en gemoderniseerd. In dit deel woont de nieuwe eigenaar. Het voorhuis met een aantal appartementen/studio's voor de verhuur blijft vooralsnog ongewijzigd.
De woning aan de Garenmarkt 9, 9a wordt in de volksmond ook wel 'Thorbeckehuis' genoemd. De woning heeft een van de grootste particuliere achtertuinen van Leiden. In het achterhuis, het tuinhuis (nr. 9a) schreef de liberale staatsman Johan Rudolph Thorbecke in 1848 de herziening van de Grondwet, die ons land veranderde in een constitutionele monarchie. Thorbecke leidde vanaf 1849 drie kabinetten. Een gevelsteen in het Rijksmonument herinnert aan de bewoning door de liberale staatsman en hoogleraar rechten (1798-1872).
Status | gerealiseerd 2017 |
Architecten | Ronald Knappers |
Opdrachtgever(s) | particulier |
Stedenbouwkundige en architectonische inpassing “Vomar”locatie, hoek Abraham van Rooijenstraat en Maarten Kruijtstraat te Noordwijk
Stedenbouwkundig waren de contouren en de hoogte van het bouwplan bepaald door de gemeente Noordwijk. Met het plan worden de straten Abraham van Rooijenstraat en Maarten Kruijtstraat duidelijk gedefinieerd, aansluitend op de bestaande straatprofielen. Ook de Gasthuissteeg krijgt met dit bouwplan een duidelijke begrenzing.
De hoofdmassa kent een tussenschaal tussen twee werelden die in de omgeving aanwezig zijn. Aan de ene kant is er de kleinschaligere dorpsbebouwing van de Hoofdstraat en aan de andere kant de grootschalige hotelbebouwing. De massa van het nieuw te bouwen bouwblok is 3 lagen hoog plus een kapverdieping. Het wordt geleed in een aantal volumes, waarmee de schaal van het bouwblok verzacht wordt. Door verschillende kleuren metselwerk en dakbeëindigingen worden deze volumes verzelfstandigd. Met een spel van ritme van balkons, ramen, banden, daklijsten en een groen-koperkleurig dak voegt het gebouw zich goed in de badplaatsarchitectuur van de omgeving. De massa aan de Gasthuissteeg is 2 lagen hoog. Het heeft een groene gevel met raamopeningen. Aan de noordzijde van het plan wordt de bestaande brandgang dichtgezet en sluit de bebouwing direct op het naastliggend perceel.
Het plan is vooral duurzaam te noemen vanwege het driedubbel grondgebruik. Het bouwblok kent een ondergrondse verdieping, daarbovenop een winkel laag, daarboven een parkeerdek voor de woningen en een 42 tal woningen.
De Abraham van Rooijenstraat is een belangrijke ontsluitingsweg. Vandaar dat vooral functies als de inrit van de ondergrondse parkeergarage, de inrit van het parkeerdek op de 1e laag voor de woningen, en de entree van de expeditie hier gemaakt zijn. De Kruisstraat wordt meer verkeerluw. Dit wordt de wereld van het winkelen zoals dat is bij de Hoofdstraat. Hier komen de winkelfuncties te liggen, die via twee duidelijke entrees op de hoeken worden ontsloten. Vanuit de Hoofdstraat en vanuit de Grent zijn deze entrees duidelijk zichtbaar.
Aan de noordzijde bevindt zich de entree van de woningen. Het bestaande laad- en loshof waar zich ook andere woningontsluitingen bevinden krijgt hiermee een kwaliteitsimpuls. De galerijgevel, niet of nauwelijks zichtbaar vanaf de openbare ruimte is als een veranda wereld bedacht. Het is een lichte wereld van geschilderd hout.
In Hendrik Ido Ambacht, de Volgerlanden, is het woningbouwproject Terra Mare gerealiseerd. Door de woningen vorm te geven als een solitair bouwblok neemt het project, als een eiland in het groen, binnen de wijk een bijzondere positie in. Door een verdraaiing ten opzichte van de aangrenzende bebouwing wordt deze onafhankelijke positie benadrukt. Het eenduidig herkenbare blok is aan de buitenzijde afgewerkt in gekleurd stucwerk in aardse tinten. De lichte binnenkant is voorzien van wit stucwerk. De daken hebben een forse overstek en zijn bedekt met gemêleerde Romaanse dakpannen. Het bouwblok wordt doorsneden door een watergang die toegang geeft tot een verborgen vijver in het binnengebied, waar een informele voetgangersroute is aangelegd en je kunt kijken over het water. Binnen de eenvoudige hoofdopzet is een groot aantal woningtypen gerealiseerd, een mix van woningen voor starters, senioren en gezinnen.
fotografie: Roos Aldershoff ©
In 2014 is in het kader van de Herijkingsagenda van de TU Delft de huisvesting voor het TU Delft Process Technology Institute gerealiseerd. In deze nieuwe organisatie zijn diverse leerstoelen binnen de afdelingen van zowel de faculteit 3mE als de faculteit TNW ondergebracht. De huisvesting is gerealiseerd binnen de bestaande hal 3 van de faculteit 3mE, een grote industriële hal met sheddaken, en in de aangrenzende kantoorvleugel en een recente uitbreiding aan de Leeghwaterstraat. De totale herinrichting beslaat ca. 3600 m2; circa 2.800 m2 labruimtes, 400 m2 kantoor- en vergaderruimtes, 120 m2 studie- en onderwijsruimtes, en 280 m2 algemene voorzieningen.
In de nieuwe huisvesting profileert het TU Delft Process Technology Institute zich op het gebied van 3 toepassingsgebieden rondom procestechnologie en stromingsleer. Het onderzoek binnen deze gebieden heeft veelal een duurzame kant: het gaat bijvoorbeeld om energiezuinige productieprocessen, afvalverwerking, waterzuivering, en alternatieven voor schaarse grondstoffen. Onderwerpen die niet alleen belangrijk zijn voor de industrie, maar voor de hele samenleving. In de loop der jaren had de organisatie op verschillende plekken binnen de TU een scala aan proefopstellingen verzameld, waarvan eerst uitgezocht moest worden welke nog relevant, toekomstbestendig, veelbelovend, of vergeten en mislukt waren. Een bijzonder complexe puzzel, waarbij de nieuwe huisvesting ook nog eens ruimte moet bieden voor de experimenten van de toekomst. Met een heldere organisatie van ruimtes en installatietechniek, met oog voor brandveiligheid, en met veel geduld is de hele operatie tot een succes gebracht. De nieuwe huisvesting bevordert de samenwerking tussen de betrokken afdelingen, en zorgt ervoor dat het onderzoek ook zichtbaar is voor de hele gemeenschap. De verschillende afdelingen maken gebruik van gedeelde onderzoeksfaciliteiten, een gemeenschappelijk macrolab, waar grote proefopstellingen kunnen worden gebouwd, om de haalbaarheid van industriële toepassingen te testen. Kantoor- en vergaderruimtes zijn geclusterd in de aangrenzende vleugels, die een directe relatie hebben met de onderzoeksruimte. Hier hebben de afdelingen hun eigen werkplekconcept gerealiseerd. Ook is er een aantal studentenwerkplekken gecreëerd binnen de labomgeving, het zogeheten ‘kraaiennest’.
De bouwkundige ingrepen zijn ruim binnen het gestelde budget gerealiseerd. De bijzondere ruimtelijkheid van de oorspronkelijke industriehal geeft het plan extra waarde. Bij verbouwingen binnen een bestaand complex blijkt de impact van het aanpassen van de installaties niet te onderschatten, zowel ruimtelijk als financieel. Dat geldt zeker voor een labomgeving als deze. Veel aandacht is daarom uitgegaan naar het integreren van de installaties in het bouwkundig ontwerp.
Het instituut heeft met de nieuwe huisvesting een herkenbare, transparante en bovenal doelmatige leer- en werkomgeving gekregen. Het gebouw draagt bij aan de aantrekkingskracht van het instituut op studenten. In het nieuwe instituut werken ca. 80 medewerkers en 35 studenten. Daarnaast zijn ca. 100 PhD studenten werkzaam binnen het instituut.
Middelsee is het uitbreidingsplan aan de zuidwestzijde van Leeuwarden, naar een stedenbouwkundig ontwerp van West 8. De Friese waterstad geldt als inspiratiebron. In opdracht van de kleinste woningbouwvereniging van Nederland hebben wij een plan gemaakt voor woningen rond twee groene hoven. Een kleinschalige gemeenschap met veel ruimte voor ontmoetingen, en een stoere waterkant met het appartementengebouw als blikvanger.
Met eenvoudige middelen wordt verschil gecreëerd, waardoor nooit meer dan 2 woningen hetzelfde zijn. De basis is steeds gelijk: een compacte plattegrond, lichtgevoegd rood metselwerk en kloeke witte kozijnen. Verschil maken we met een dakkapel of gemetselde dakopbouw, een dakranddetail, een verbijzondering rond de entree. Het huidige woningbezit van opdrachtgever in de binnenstad van Leeuwarden was tevens een inspiratiebron. Een karakteristieke volksbuurt met veel groen. In ons plan ontmoeten bewoners elkaar rond de privé stoepjes en tuinen met lage hagen, evenals de brede galerijen langs de houten gevel van het appartementengebouw. De gemeenschappelijke fietsenbergingen en deelauto’s dragen eveneens bij aan het gevoel van saamhorigheid.